De vrucht van Paulus' gevangenschap 12 En ik wil dat u weet, broeders, dat wat er met mij is gebeurd, veeleer tot bevordering van het Evangelie heeft gediend,
13 zodat in het hele gerechtsgebouw en aan alle overigen bekend is geworden dat ik een gevangene ben om Christus' wil,
14 en dat het merendeel van de broeders in de Heere door mijn gevangenschap vertrouwen heeft gekregen om het Woord nog overvloediger onbevreesd te durven spreken.
15 Sommigen prediken weliswaar Christus uit afgunst en ruzie, maar anderen ook uit welwillendheid.
16 De eersten verkondigen Christus wel uit eigenbelang, niet zuiver, met de bedoeling aan mijn gevangenschap verdrukking toe te voegen,
17 maar de laatsten uit liefde, omdat zij weten dat ik tot verdediging van het Evangelie aangesteld ben.
18 Maar wat dan nog? Toch wordt Christus op allerlei wijze verkondigd, of het nu als een voorwendsel is of in waarheid; en daarover verblijd ik mij, ja, zal ik mij ook verblijden.
Heengaan of blijven 19 Want ik weet dat dit mij tot zaligheid strekken zal, door uw gebed en de ondersteuning van de Geest van Jezus Christus,
20 overeenkomstig mijn reikhalzend verlangen en hoop dat ik in geen enkel opzicht beschaamd zal worden, maar dat in alle vrijmoedigheid, zoals altijd, Christus ook nu grootgemaakt zal worden in mijn lichaam, of het nu door het leven is of door de dood.
21 Want het leven is voor mij Christus en het sterven is voor mij winst.
22 Maar blijf ik leven in het vlees, dan betekent dit voor mij vruchtbaar werk; en wat ik verkiezen zal, weet ik niet.
23 Want ik word door deze twee gedrongen: ik heb de begeerte om heen te gaan en bij Christus te zijn, want dat is verreweg het beste,
24 maar in het vlees te blijven is noodzakelijker voor u.
25 En dit vertrouw en weet ik dat ik zal blijven leven en bij u allen zal blijven tot uw vordering en blijdschap van het geloof,
26 opdat uw roemen in Christus Jezus overvloedig is door mij, door mijn hernieuwde aanwezigheid bij u.
Thema:
Het begin is er al!
Bij de dienst:
Vanavond combineren we in de leerdienst de tekst van de zondagen 17 en 22. Beide gaan over de rijkdom van de opstanding van Christus 'voor ons'. Prachtig zegt de Catechismus daarover, dat 'ik reeds nu in mijn hart het begin van de eeuwige vreugde gevoel'. Daarover zal ook de verkondiging gaan: 'Het begin is er al'. Verbind de boodschap van beide diensten maar aan de als vierde genoemde reden om naar de kerk te gaan: 'om het bestaan ten
volle te beleven'.
Waarom zou ik naar de kerk gaan? - deel 1
1 - Om een kans op bekering te lopen: in je binnenste aangeraakt te
worden door Gods Woord.
2 - Om een gewoonte vol te houden: stijl, plicht en roeping.
3 - Om een traditie voort te zetten: als schakel in een keten, vanuit het
voorgeslacht, vanuit Israël.
4 - Om het bestaan ten volle te beleven: existentie: bestaan, er zijn.
Voor het aangezicht van God komen.
5 - Om de arbeid van de lofprijzing te volbrengen: zegenen, dienen,
eren, verheerlijken, dankzeggen, zingen.
6 - Om het bijschrijft bij het plaatje te lezen: de wereld is een warrig
plaatje. God openbaart hoe het was en hoe het zou moeten zijn.
7 - Om de wereld voor te dragen: voorbede, alle dingen met God
bespreken.
Zondag 17
Vraag 45: Welke betekenis heeft de opstanding van Christus voor ons?
Antwoord: Ten eerste heeft Hij door Zijn opstanding de dood
overwonnen om ons in de gerechtigheid te doen delen,
die Hij voor ons door Zijn dood verworven had. Ten tweede worden ook
wij door Zijn kracht opgewekt tot een nieuw leven.
Ten derde is voor ons de opstanding van Christus een zeker onderpand
van onze eigen opstanding in heerlijkheid. 1
Zondag 22
Vraag 57: Welke troost schenkt u de opstanding des vleses?
Antwoord: Dat niet alleen mijn ziel na dit leven terstond tot Christus,
haar Hoofd, opgenomen zal worden,
maar dat ook mijn lichaam door de kracht van Christus opgewekt, weer
met mijn ziel verenigd en aan het verheerlijkte lichaam van Christus
gelijkvormig zal worden.
Vraag 58: Welke troost biedt u het artikel over het eeuwige leven?
Antwoord: Terwijl ik reeds nu in mijn hart het begin van de eeuwige
vreugde gevoel,
zal ik na dit leven de volkomen zaligheid bezitten, die geen oog gezien,
geen oor gehoord heeft en die in geen mensenhart is opgekomen, om
God daarin eeuwig te prijzen.